Wat is honing?
Volgens Van Dale
ho·ning (de; m)
1 zoete substantie die door bijen uit bloemen wordt verzameld
Maar eigenlijk zoveel meer
Hoewel het Van Dale woordenboek een korte en eenvoudige omschrijving geeft van wat honing precies is, lijkt het duidelijk dat deze omschrijving redelijk wat tekortkomingen heeft.
Honing is een natuurlijk zoete stof die door honingbijen wordt bereid uit de nectar die ze verzamelen uit bloemen. Honing kan door de bij ook bereid worden uit honingdauw, meestal afkomstig van bladluizen op bepaalde loofbomen, dennen en sparren.
De verzamelde nectar wordt tijdelijk opgeslagen in de bijenmaag. Hier verteert de nectar deels: er worden verscheidene enzymen aan toegevoegd waardoor de chemische samenstelling verandert. Daarna braakt de bij de honing opnieuw uit, en wordt de honing opgeslagen in raten om te rijpen.
Tijdens het rijpen verdampt het overtollige water uit de honing, waardoor ze dik en stroperig wordt. Om dit proces te versnellen gebruiken de bijen hun vleugels als waaiers.
Honing is meer dan suiker
Honing is een natuurlijk product met een hoge voedingswaarde.
Een gemiddelde gemengde honing bevat per 100g:
Energie |
1209kJ 308 kcal |
Proteïnen | 0,4g |
Koolhydraten Suiker |
75,5g 75,1g |
Vet | 0 g |
Honing levert snelle energie
Honing heeft een complexe samenstelling van ongeveer 120 bekende, belangrijke biologische stoffen voor voeding en onderhoud.
De specifieke samenstelling van elke honing is afhankelijk van de bloemen waar de bij haar nectar heeft gehaald.
Honing is een:
-
Leverancier van snelle energie. Zij bestaat voor 75% uit koolhydraten, nl. druivensuiker en vruchtensuiker. Honing bevat verder geen toegevoegde suiker. Doordat honing in de maag van de bij al een zekere voorverteringsbewerking heeft ondergaan, is het voor de mens een eenvoudig verteerbare stof. De natuurlijke suikers worden onmiddellijk en zonder afbrekingsproces door ons lichaam opgenomen.
- Leverancier van vitale stoffen zoals vitaminen (B en C), enzymen, mineralen (fosfor, calcium,magnesium, selenium, ijzer, zink en kalium), aminozuren, bacteriedodende stoffen, enz.